Onderaan de berg staan en jezelf afvragen ga ik hier aan beginnen? Zo geldt dat voor velen van ons. Maar bovenal als je iets bijzonders hebt meegemaakt, een verandering in je leven, waarbij je voor het feit wordt gesteld om er weer het beste van te maken.
Na een verlies, afscheid of gebeurtenis met grote impact ga je langzaam aan je wereld opnieuw inkleuren…. opnieuw en misschien anders dan voorheen.
Maar wie zegt dat het zo gaat, zo makkelijk of zo moeilijk?
En dan sta je voor die “berg” en je moet aan die anderkant zien te komen in het dal waar de zon straalt en de warmte je binnenhaalt.
Je begint met goede moed, goede schoenen, nieuw materiaal en we gaan er tegenaan. Je kijkt om je heen, je hart gaat tekeer en het kost je echt veel inspanning. Af te toe sta je stil om even op adem te komen van dat geklauter en geploeter.
Is dit nu echt wat ik wil, ik heb hier toch geen zin in, waar doe ik al deze moeite voor… Maar toch ga je verder en probeer je je verstand op nul te krijgen, gewoonweg beleven en proberen te genieten….
Te genieten, waarvan eigenlijk? De bomen, de grijze bergmuren, geen mens te zien, maar ik moet het doen. Ik moet dit voor mezelf doen. Ik moet doorgaan, gewoon doorgaan.
Ik kan wel huilen, ik wil niet, maar ik ga door… We zien wel. Ik praat niet en vecht met mezelf om dit voor elkaar te krijgen.
En dan ergens halverwege is er een opening en zie ik de wereld in stilte onder mij en ik sta daar.
Ik kan niet meer terug… ik denk dat ik op de helft ben dus ik moet door… naar een daar waarnaar ik verlang… ik weet alleen nog niet wat dat voor mij is.
De afgrond is ver weg en erg diep als ik naar beneden kijk. Ik neem mijn stappen zorgvuldig en langzaam omdat ik geen goede conditie heb en bang ben om te vallen. Gebogen en naar beneden kijkend, sleur ik mezelf omhoog.
Veel gedachten gaan er door mijn hoofd heen. Jij, mijn ik, waar ik geen zin meer in heb en de ik, waar ik naar opzoek ben, zijn continue met elkaar in strijd. Ik heb er de balen van dat ik mij zo voel, dit wil ik niet meer. Ik sta op het punt te breken… ik kan wel janken, uitschreeuwen van mijn frustraties, boosheid en verdriet!
Het is niet anders, het is zoals het is. Ik krijg het niet weg. Ik zal het moeten leren dragen, voor altijd. Ik voel het door mijn lichaam gaan en de tranen vallen over mijn wangen.
Ik ga door in stilte en wil nu over de berg heen. Ik wil uit de schaduw van de bomen, weg van de gladde, natte paden die bedekt zijn met losse keien waar ik een stok bij nodig heb.
Omhoog, omhoog en nogmaals omhoog! Je kunt het, je wil het, nog even en dan ben je er.
Daar sta ik dan…. bovenop die berg. De berg waar ik zo tegenop zag en waar ik helemaal geen zin in had….
Ik sta er en ben trots. Trots dat ik niet heb opgeven, dat ik niet te bang was om af te toe weer eens met mezelf geconfronteerd te worden. Om op zoek te gaan naar dat nieuwe begin, het licht, de zon, je leven… zoals je hem echt wilt leven.
En ja, ik moet ook nog beneden zien te komen. Ik besef dat het niets anders is want ook de afdaling doe ik voorzichtig met een stok. Maar ditmaal doe ik het met een trotse glimlach van tevredenheid. Het licht en de zon die mij kracht hebben gegeven in stilte.
Kracht om verder te gaan naar het volgende….
ik, met mijn nieuwe ik